Experimenteel begin
De DWL is begonnen als een noodzakelijk experiment want nergens in Nederland was de waterkwaliteit zo slecht als in Rotterdam. Er heerste cholera in 1832- en weer in 1865. Daarom werd in 1870 door het gemeentebestuur opdracht gegeven tot het bouwen van een installatie voor het filtreren van rivierwater. Dat was een taak voor de stadstimmerman van der Tak die ook de Wllemsbrug had getekend.
Zo begon- niet in de laatste plaats omdat er geen private investeerders waren te vinden voor dit riskante idee- het DWL, het eerste door een plaatselijke overheid opgerichte waterleidingbedrijf van Nederland.
Het filtreerproces was een experiment maar werd steeds verbeterd en iedere keer waren nieuwe installaties en gebouwen nodig totdat er in 1975 nog veel grootschaliger faciliteiten beschikbaar kwamen.
Het tweede experiment
Zo begon in 1978 het tweede leven van DWL. Eerst was er het initiatief Lagorama- een pretpark dat door de ondernemer Lagerwaard werd voorgesteld. Voor dit plan zou alles bovengronds maar ook voor een deel ondergronds gesloopt moeten worden. Maar andere tijden waren aangebroken en hergebruik werd voor het eerst gezien als een optie bij de inrichting van wijken met een industriële achtergrond.
Door de vereniging Utopia die zich als eerste op het terrein vestigde maar ook door de stedenbouwkundige dienst van Rotterdam die zich net had gereorganiseerd werd voorgesteld om het merendeel van de oude industriële gebouwen en van de infrastructuur te hergebruiken. De stedenbouwkundig ontwerper Liesbeth Poot werkte met dit alles in het achterhoofd een nieuw plan uit.
Het was vaak te duur om de oude constructies te slopen en dat was van belang bij de uitvoeren van het plan dat uiteindelijk is gerealiseerd en zo werd ook het tweede leven van DWL een door noodzaak aangedreven maar goed afgelopen experiment.
Naar een derde experiment
Een voorloper maakt als eerste het nadeel mee een vroeg experiment te zijn geweest. In 2012 is het tijd om alles dat de laatste anderhalve eeuw (en soms al daarvoor) gerealiseerd is te bekijken met nieuwe ogen en te beseffen dat we staan voor het derde experiment.
We denken nu na hoe alles nóg een keer opnieuw gebruikt kan worden om tot een wijk te komen die qua infra- en andere structuren, qua woningaanbod en qua energiebeheer en als proeftuin voor bijvoorbeeld urban gardening beter tot zijn recht komt.
Wat echt nieuw en belangrijk is dat in dit experiment de bewoners een kans krijgen zelf mee te denken over niet alleen de vormgeving maar ook over het beheer van de belangrijkste items in de wijk: de soort van woningvoorraad, de voorzieningen, inrichting van de openbare ruimte, etc.
Zoiets zou echt opnieuw nieuw zijn.